Een burn-out wordt vaak geassocieerd met zeer intensief werk. Werk waarbij zowel lichaam als geest veel te verduren krijgt. Maar klopt dit beeld nog wel? Steeds meer beroepsgroepen met minder fysieke intensiteit krijgen te maken met werknemers die aangeven burn-outklachten te hebben. Studerende jongeren worden steeds vaker genoemd als risicogroep als het gaat om de kans op een burn-out. Maar ook IT’ers vormen een groeiende groep in de burn-outstatistieken. Waarom is hier nog zo weinig over bekend? Symptomen van een burn-out worden vaak over het hoofd gezien in de IT. Er is daarom weinig aandacht voor overspannen IT’ers. Wij hebben de cijfers onder de loep genomen en delen het resultaat graag met je.
Wat is een burn-out?
In tegenstelling tot een medische aandoening is een psychische klacht vaak erg abstract, waardoor het langer duurt voordat deze klacht als serieuze belemmering van de gezondheid wordt beschouwd. Niet door artsen, door de patiënt zelf. De niet-zeuren-gaat-wel-over-mentaliteit zit diepgeworteld in onze huidige maatschappij. En dit geldt ook zeker voor het herkennen van een burn-out. Veel mensen weten niet wat een burn-out inhoudt terwijl ze er misschien zelf wel last van hebben. Ze geven geen gehoor aan de vermoeidheid, somberheid of angst die ze met zich meedragen. Het hebben van een burn-out is nog maar kort geleden van het taboelijstje verdwenen. Als gevolg van de oliecrisis in 1979 werd er in de laatste twee decennia van de twintigste eeuw hard gewerkt aan het herstellen van de Nederlandse economie – voor een burn-out was geen ruimte. Langzamerhand begint dit te veranderen. De negatieve gevolgen van een burn-out worden steeds duidelijker en werkgevers besteden daarom meer aandacht aan het voorkomen van een burn-out bij werknemers. Een burn-out wordt vaak omschreven als een aanhoudende periode van hoge spanning waardoor een werknemer behoorlijk belemmerd wordt in zijn/haar dagelijks leven. Wanneer het werk regelmatig zorgt voor stressveroorzakende situaties en er niet genoeg tijd is om deze stress te verwerken waardoor spanning zich opbouwt, is er sprake van een burn-out. Niet alleen het werk lijdt onder een burn-out, ook sociale activiteiten en het gezinsleven worden vaak op een laag pitje gezet.
Symptomen van een burn-out
Burn-outklachten vind je in uiteenlopende vormen. Een burn-out hebben betekent namelijk niet dat je eerst je bingokaart met symptomen vol moet hebben voordat je de diagnose ‘burn-out’ krijgt. Een halve bingokaart is vaak al zwaar genoeg. Symptomen van een burn-out zijn o.a.:
- vermoeid
- slecht kunnen slapen
- prikkelbaar
- concentratieverlies
- weinig eetlust
- slechte weerstand
- laag zelfbeeld
- angstig
Bij één of meerdere van deze symptomen kan het raadzaam zijn om een (bedrijfs)arts te raadplegen. Te lang doorwerken zonder maatregelen te treffen kan namelijk leiden tot een depressie.
Burn-out risico onder IT’ers – cijfers liegen niet
Elk jaar publiceert het Centraal Bureau voor de Statistiek (CBS) de resultaten van hun Nationale Enquête Arbeidsomstandigheden. Hierin presenteert het bureau de cijfers met betrekking tot omstandigheden op de werkvloer in verschillende sectoren. Een belangrijk onderdeel van dit onderzoek is (mentale) gezondheid onder werknemers. Opvallend genoeg wijkt ICT vaak af van de andere beroepsgroepen als het aankomt op psychische gesteldheid en de factoren die eraan bijdragen. IT’ers zijn over het algemeen vrij tevreden met hun werk. Toch geeft 41% van de IT’ers aan enkele keren per jaar emotioneel uitgeput te zijn door hun werk. Eén op de zeven heeft daadwerkelijk burn-outklachten. Dat er in de IT-sector relatief weinig aandacht wordt geschonken aan de mentale gezondheid van werknemers blijkt uit het percentage IT’ers dat de mogelijkheid heeft gehad deel te nemen aan een preventief onderzoek naar gezondheid en vitaliteit. Maar liefst 86% is nooit benaderd door zijn/haar werkgever om mee te doen aan een dergelijk onderzoek.
Oorzaak burn-out onder IT'ers niet 'standaard'
Wat je waarschijnlijk niet zal verbazen is dat er veel flexibiliteit van IT’ers wordt verwacht. Meer dan de helft heeft zijn/haar functie sterk zien uitbreiden gedurende de afgelopen twee jaar. Dit maakt IT’ers de groep die veruit de meeste veranderingen voor zijn kiezen krijgt in relatief korte periodes. Tijd om zich aan te kunnen passen wordt als belangrijkste factor gegeven om deze veranderingen goed op te kunnen vangen. Tijd die ze niet altijd krijgen. Dit voert de werkdruk natuurlijk enorm op. Daarnaast spannen IT’ers de kroon als het gaat om hoe zwaar arbeidsvoorwaarden meewegen. Er wordt veel waarde gehecht aan goede secundaire arbeidsvoorwaarden en in het bijzonder aan de mogelijkheid tot ontwikkeling en groei. Eén op de zes IT’ers is niet tevreden met de leermogelijkheden die geboden worden in een huidige functie. Of bedrijven zich bewust zijn van mogelijke onvrede is niet altijd duidelijk. Het moet namelijk ook vaak eerst aangekaart worden. De bovengenoemde factoren kunnen allemaal bijdragen aan de ontwikkeling van een burn-out. De oorzaak van een burn-out is namelijk in het merendeel van de gevallen een aaneenschakeling van factoren, en komt niet neer op één enkele aanleiding. Daarom is het belangrijk dat zowel IT’er als bedrijf oog heeft voor de mogelijke risico’s op een burn-out. Te weinig uitdaging of juist te veel kan langzamerhand je werkplezier verminderen. Trek daarom op tijd aan de bel.
Burn-out voorkomen is niet altijd makkelijk
Omdat er vaak veel factoren meespelen in de ontwikkeling van een burn-out is het soms lastig om actief een burn-out te voorkomen. De nadruk ligt hier op actief. Wanneer je je ervan bewust bent dat je mogelijk te veel hooi op je vork neemt kun je hier rekening mee houden in de uren die je niet op je werk bent. Het liefst combineer je een stressvolle periode op je werk met rust en regelmaat in je vrije uren. Maak tijd vrij om te slapen – het klinkt misschien suf maar een volle acht uur slaap doet wonderen, ook voor jou. ‘Je werk mee naar huis nemen’ is ook dodelijk voor je stressniveau. Het is belangrijk om af en toe afstand te doen van de taken die op je liggen te wachten en energie te steken in dingen die je leuk vindt. In theorie is de oplossing simpel maar helaas blijkt de realiteit niet altijd zo positief. Je hebt het namelijk niet altijd in de hand. Een stressvolle periode op je werk kan namelijk ook samenvallen met een zware periode thuis. In dat geval is het belangrijk om goede afwegingen te maken en vooral geen dingen aan te nemen waarvan je weet dat je ze er eigenlijk niet bij kan hebben. Zowel jij als je omgeving worden daar namelijk niet blij van.